Bewegen

Eind 2017 kwam, in opdracht van het ministerie van VWS, de Gezondheidsraad met een nieuwe “beweegnorm”. In 1998 ontstond het idee om in de gezondheidscampagnes niet meer het woord “sport” te noemen, omdat dit woord een negatieve klank zou hebben bij de doelgroep. De zogeheten “couch-potatoes” zouden allergisch reageren op alles wat met sport te maken had (behalve sport op TV). Sindsdien is er veel wetenschappelijk onderzocht en dus was het tijd voor een update.

Er bestonden maar liefst drie normen. Of eigenlijk: twee normen en een combi van beide. We hadden de Nederlandse Norm Gezond Bewegen: Minstens vijf dagen per week minimaal een half uur matig intensief bewegen. Onder matig intensief bewegen verstond men wandelen, tuinieren of fietsen. Daarnaast kenden we de Fitnorm: Minstens drie dagen per week minimaal 20 minuten zwaar intensief bewegen, zoals hardlopen. En dan nog de Combinorm. Dan moet je voldoen aan de Beweegnorm en/of de Fitnorm.

De Commissie Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad heeft een enorme hoeveelheid artikelen van 20 jaar lang wetenschappelijk onderzoek bestudeert en heeft hieruit geconcludeerd dat we niet meer moeten spreken van “Beweegnorm” maar van “Beweegrichtlijnen”. En die Beweegrichtlijnen bevatten zowel de richtlijnen over matig intensief bewegen als zwaar intensief bewegen. Hmm. Eigenlijk dus hetzelfde als de Combinorm? Nee. De grote verandering is, dat in de nieuwe Beweegrichtlijnen wordt geadviseerd om minimaal 2 en een half uur (150 minuten) per week moet bewegen in plaats van 5 maal een half uur. Maar wacht eens: dat is toch hetzelfde? Niet helemaal! Je mag helemaal zelf weten hoe je je “minuten bewegen” per week haalt. Als je iedere dat 5 minuutjes de hond uitlaat dan hoef je voor de rest van de week maar 135 minuten anders te bewegen. Als je tweemaal per week met de fiets naar de Zumba-les gaat, dan kun je de rest van de week op de bank blijven hangen.

Ik snap de achtergrond van deze nieuwe richtlijnen wel hoor. Door “alles mee te laten tellen” is Gezond Leven beter haalbaar voor mensen die moeite hebben zich in te spannen. Het is voor mensen die niet fit zijn een enorme drempel om te gaan “sporten”. Iedere dag een wandelingetje van 22 minuten is gevoelsmatig goed te doen. En als een halfuurtje grasmaaien, 5 minuten het bed opmaken of een fietsritje naar het centrum van 10 minuten ook mee telt…

Zo’n 20 jaar geleden zat ik op een congres waar het ook al ging over het feit dat de wereld te dik werd. Zelfs in Kenya groeide onder de welvarende bevolking in de grote steden het percentage obese mensen. Voor mij toen een complete verrassing. Nog zo’n feitje: In India steeg het aantal diabetes II patiënten enorm. De oorzaak lag in de combinatie van Westers eten en een erfelijke aanleg voor suikerziekte onder de Aziatische bevolking. Een van de belangrijkste uitspraken van dat congres ging over wat de spreker “Screen-time” noemde. Daar bedoelde hij de tijd gedurende wanneer mensen op een scherm kijken. Op de computermonitor, de televisie of de smartphone. Maar eigenlijk bedoelde hij de totale tijd gedurende wanneer mensen zitten.

De Commissie Beweegrichtlijnen benadrukt ook dat lang zitten echt niet goed is. Mensen met rugklachten weten dat maar al te goed. Maar ook mensen met andere gewrichtsklachten weten dat gewrichten, die langere tijd niet bewegen, stijf en pijnlijk worden. Gewrichten zijn gemaakt om te bewegen. Zelfs ’s nachts beweegt een mens. Hoe ouder je bent, hoe meer je beweegt tijdens je slaap. En als je nagaat dat een mens zo’n 360 gewrichten heeft… Onlangs hoorde ik hoogleraar Obesitas en Stress, Liesbeth van Rossum nog vertellen, dat wanneer je je lange botten belast, je een stofje aanmaakt dat zorgt dat weer een ander stofje, dat de behoefte aan suiker stimuleert, wordt afgebroken. Simpeler gezegd: staan doet de behoefte aan suiker verminderen. Andersom: Zitten stimuleert de behoefte aan suiker, teveel suiker wordt opgeslagen als vet. Misschien wat kort door de bocht maar: Van zitten wordt je vet.

Als je het mij vraagt zou ik in de richtlijnen ook een maximum “zit-tijd” willen opnemen. Of zoiets als: Tegenover 1 uur zitten moet 2,4 minuten bewegen staan. Huh? Is dat niet heel erg weinig, hoor ik je al zeggen. Ja, dat vind ik dus ook. Maar die 2,4 minuten zijn hetzelfde percentage van een uur, als 150 minuten van 5 dagen (uitgaande van 12 uur per dag) zijn. En dan mis ik nog twee dagen per week óók.

Net zoals voedsel inname in verhouding moet staan met energieverbruik, rust gerelateerd moet zijn aan arbeid, geld uitgeven tegenover verdienen, zouden zitten en bewegen ook enigszins in balans moeten zijn. Hoe meer jouw werk uit zitten bestaat, des te meer je in jouw vrije tijd moet bewegen. Met andere woorden: Voor een bouwvakker zullen de Beweegrichtlijnen ánders ingevuld moeten worden dan voor een accountant. De vraag is dan ook of ze voor iedere Nederlander wel duidelijk genoeg zijn. Snapt iedereen nu wat ie moet doen om gezond te blijven? Er staat bijvoorbeeld ook in dat volwassenen tweemaal per week aan “spier- en botversterkende activiteiten” te doen. En aan ouderen wordt aangeraden deze activiteiten aan te vullen met “balansoefeningen”. En juist dit soort oefeningen “valt of staat” met de uitvoering ervan.

Meer lezen: https://www.allesoversport.nl/artikel/hoeveel-moet-je-bewegen-volgens-de-beweegrichtlijnen/

Jeffrey Jansen, NVFS sportfysiotherapeut