Honden

Iedere ochtend loop ik, voordat de eerste cliënt komt, een rondje met onze honden. Maar dit heb ik niet altijd gedaan. Tot zo’n jaar of zeven geleden vond ik iedere minuut die ik ’s ochtends langer had om in bed te blijven liggen belangrijk. Ik zette mijn wekker expres tien minuten voor, om vervolgens hem met een gerust hart om kwart over zeven nog een keer te laten “snoozen”. En om 07:20 uur. En om 07:25 uur. En om 07:30 uur. Maar ondanks dat het dan eigenlijk tien minuten vroeger was, mocht er dan niemand voor me op het toilet zitten of mij in de weg lopen op de badkamer. Ik moest dan echt mijn best doen om om 08:00 uur mijn eerste cliënt te kunnen ontvangen.

De grote verandering vond plaats toen ik gedurende twee maanden de taken van mijn vrouw ging overnemen, waaronder de ochtendwandeling met – toen nog – één hond. Ik weet nog dat ik die eerste dagen ’s avonds best wel voelde dat ik driekwartier vroeger was begonnen. Maar ik merkte ook dat ik véél relaxter de dag startte en dat ik vaak al 5 minuten van tevoren alles in de praktijk in orde had. Ineens kwam ik erachter dat die minuten langer in bed helemaal niet zo belangrijk waren. Op je gemak opstarten, rustig ontbijten en zo bleken veel meer waarde te hebben.

Als je rond dezelfde tijd iedere dag een wandelingetje maakt, kom je steeds dezelfde mensen tegen. Vandaag was ik iets later dan normaal. Ik kwam deze keer mijn directe buurman tegen die thuiskwam van de nachtdienst. Dat is maar sporadisch. Als ik mijn straatgenoot van een paar deuren terug tegen kom dan weet ik dat ik inderdaad zo’n vijf minuten later ben dan anders. En dan word ik ook altijd gegroet door een oude cliënte op haar fiets. Ook zie ik in de verte de contouren van een fietsende dame met een grote witte kinderstoel op haar bagagedrager.

Als ik op de normale tijd aan het wandelen ben, kom ik diezelfde dame tegen maar dan met kind in de stoel en met haar zoontje die met een klein fietsje achter haar aan gaat. In het begin zei ze nooit iets maar tegenwoordig groet ze me met een vriendelijke “hallo”. Gezien haar outfit, een net rokje en hooggehakte pumps, vermoed ik dat ze, nadat ze de kinderen gedropt heeft, meteen doorfietst naar haar werk. Halverwege het fietspad wordt zij meestal ingehaald door een man, die denkt dat ie Dumoulin is. Hij heeft namelijk een zogeheten “tijdritstuur” op zijn stadsfiets gemonteerd en neemt ook echt die aerodynamische houding aan. Ik moet er altijd een beetje om lachen, want na hem zie ik vaak een oud baasje, die met zijn elektrische fiets een enorme snelheid maakt. Ik denk dat hij onze tijdritspecialist iedere dag op hetzelfde gedeelte van de weg inhaalt.

Als je met je honden loopt dan let je altijd op dat ze geen troep van de stoep opeten. Je speurt vóórdat zij dat doen de ondergrond af en bent alert op stukken papier, tissues, peuken en al dat soort viezigheid. En dan kom je er ook achter dat er op sommige plekken enorm veel peuken liggen. Ik las laatst een berichtje over de Fransman Alain Muller, die de wereld over reist om sigarettenpeuken op te ruimen. Die dingen zijn namelijk heel moeilijk te verwijderen. Veegauto’s pikken de peuken niet mee. Mensen “schieten” ze heel gemakkelijk de natuur in. Vooral in de berm bij verkeerslichten. Maar dus ook in het groen langs de voetpaden. In dat artikel vertelde hij dat Leeuwarden wat peukjes betreft nog viezer is dan Parijs. Ik weet niet hoe Veghel bij hem zou scoren.